Het wonen in een oud huis kan een waar drama zijn. Wij huurden, ter overbrugging (in ‘between houses’) een half jaar lang een oud huis, zónder dubbelglas en mét ijskristallen op ‘koude winterochtenden’. Ik hoor ons zoontje nog vragen ‘mama, wat zijn dat?’ – terwijl er ondertussen dampwolkjes uit zijn mond kwamen (we hadden de beschikking over één centrale gaskachel in de woonkamer). Het werd een afschuwelijke winter. Hebben we de laatste 4 jaar alleen maar zachte winters gekend; in 2012 pakten wij nog net even een stukje mini-ijstijd mee. Het bleek de laatste ‘koude winter’ te zijn vooralsnog.
K ..kk..koude tocht
Kou is één ding; koude tocht is iets héél anders. Je kunt je er bijna niet tegenop kleden. Trachtte we de kou te bestrijden met kersenpit kussens (heerlijk warm direct vanaf de kachel! Aanrader!), of warme kruiken; het mocht nauwelijks baten. Voorverwarmde schapenwollen pantoffels, fleece badjassen (helpt echt beter tegen de kou dan een katoenen badjas) we zaten er praktisch iedere avond in. Ons kind -grote lof voor zijn flexibiliteit- keek ons af en toe vragend aan, om vervolgens te constateren dat hij het koud had.
Geluk
Inmiddels zijn het voorbije herinneringen, maar af en toe komt het allemaal weer even terug als ik bij De Tuinen een stapeltje kersenpit kussens in de schappen zie liggen, of mijn fleece badjas tussen de winterkleding zie hangen. Op zulke momenten prijs je jezelf weer gelukkig, omdat je weet dat het óók anders kan. Wij genieten van de weelde die ons luxe nieuwbouwhuis voor ons betekent, maar bovenal kunnen we het woongenot naar waarde schatten. Voor onze zoon zal die periode altijd gekoppeld blijven aan ‘het koude huis’.